Afgelopen weekend zijn er wederom onderlinge wedstrijden gespeeld op het Trainingscentrum in Hengelo. Onder 12 en Onder 13 speelden gezamenlijk meerdere, intensieve duels. “Iedereen kwam aan spelen toe.” 

De ploegen van Thomas Tijhuis en Daan Jalving troffen elkaar over verschillende blokjes met zes tegen zes, om later met acht tegen acht in grotere ruimtes te spelen.  “We willen de spelers in verschillende omstandigheden brengen.” 

Actief meedoen 

Onder 12 en Onder 13 trapten het weekend af met korte wedstrijden op kleine veldjes. “Zo maken de spelers veel handelingen, zowel met als zonder bal”, vertelt Daan Jalving. De trainer coach van Onder 13 zag intensieve duels, waarin een hoog tempo werd gehanteerd. “Om ieder veldje stonden trainers. Wanneer de bal uitging, konden zij die direct weer inspelen. Op die manier moesten de spelers continu op scherp staan, en actief blijven meedoen. De jongens vonden dat zelf ook mooi.” 

Initiatief en leiderschap

Ook Thomas Tijhuis zag een mooie voetbalochtend. “Het tempo lag hoog, de spelers moesten nog sneller omschakelen dan normaal”, vertelt de trainer/coach van Onder 12. “Dat was intensief, en eiste veel van ze. We hebben ze daarbij vrijgelaten in het kiezen van posities. Dat doen we vaker tijdens trainingen, en zo af en toe ook in de onderlinge wedstrijden. Het is dan leuk om te zien waar de jongens spelen. Het vraagt ook initiatief en leiderschap. Binnen beide teams zijn er spelers die het initiatief nemen. Dat gaat op een goede manier.” 

Naar voren gericht 

Thomas Tijhuis: “ In de duels met acht tegen acht zagen we, door de intensiteit in de eerdere blokjes, vermoeidheid optreden. Mentaliteit en coaching zijn dan belangrijk. Aan de jongens lag het zeker niet, zij gaan altijd door. Maar we hebben de laatste blokjes ingekort. De vermoeidheid trad op omdat er door het tempo geen rustmomenten waren. Dat vraagt meer dan normaal.” 

Daan Jalving: “Je moet als trainer van de spelers eisen tot ze leveren, maar daarbij goed blijven aanvoelen of ze dat nog werkelijk kunnen.” De oefenmeester zag met de laatste blokjes, ondanks de vermoeidheid, een mooie afsluiting van een intensieve voetbalochtend. “Het spel was naar voren gericht. Ik heb nog goede dingen aan de bal en enkele mooie doelpunten gezien.”