Afgelopen zaterdag werden er weer onderlinge wedstrijden gespeeld op het Trainingscentrum in Hengelo. Onder 12 en Onder 13 trapten de dag af, Onder 16 en Onder 18 kwamen gezamenlijk in actie en Onder 21 speelde een onderlinge wedstrijd. Het slotakkoord was aan Onder 14 en Onder 15.
“In de speelwijze hebben we niet veel veranderd ten opzichte van vorige week”, zegt Mark Looms. De trainer/coach van Onder 15 had afgelopen zaterdag team zwart onder zijn hoede. “We zijn bezig geweest met het creëren van een overtal op het middenveld. Vorige week hebben we dat geprobeerd met onze back, zaterdag hebben we dat een vervolg gegeven met met een buitenspeler aan de binnenkant.”

Scenario’s
“De jongens hebben zelf moeten nadenken over verschillende scenario’s”, vertelt Mark Looms. “Wat doen we in een bepaalde situatie? En wie doet wat? De ploeg kwam redelijk snel met oplossingen. Er was geen goed of fout, het meest belangrijk was dat iedereen goed naar elkaar zou blijven kijken. Ruimtes mochten niet te klein worden, initiatief zonder bal was daarom erg belangrijk. Ik heb daarin goede momenten gezien.”
Doorheen kijken
Volgens de trainer/coach liet het spel aan de bal nog wel te wensen over. “Dat was vorige week beter. Maar dat is voetbal, soms loopt het de ene week beter dan de andere. Zaterdag was het af en toe ongelukkig, dan kwam een bal bijvoorbeeld net niet aan. Kleine momenten kunnen bepalen of je als ploeg wel of niet lekker in de wedstrijd zit. Daar moet je als trainer doorheen kunnen kijken.”

Kwaliteit
Ook Olivier Amelink zag dat het spel aan de bal voor verbetering vatbaar is. “Dat was niet van een hoog niveau”, zegt de trainer/coach van Onder 14. “Met de kwaliteit van verdedigen was weinig mis en ook de intenties hierin waren goed. Daarbij werd het plan op het veld goed tot uitvoering gebracht. Maar het omschakelen naar het aanvallen maakte het spel slordig. De eerste handeling, aanname of pass was vaak niet goed.”
Intensieve drukmomenten
Het plan was verdedigend veel gezamenlijke, intensieve drukmomenten op de bal in te zetten. Wanneer de bal werd gewonnen, moest er veel diepte worden gecreëerd. Was dat niet mogelijk, dan moest er ruimte worden gevonden om vanuit daar in de diepte te komen. “In de omschakeling waren de loopacties niet altijd goed”, zegt Olivier Amelink. “Maar als het spel aan de bal niet verzorgd is, kan je loopacties maken zoveel je wil. Dat zal eerst beter moeten.”
