In 2021 heeft de FC Twente/Heracles Academie het Regioplan uitgerold. Het doel hiervan is om het algehele voetbalniveau in de regio te laten stijgen. De Academie is hierin niet alleen op het veld actief met de ontwikkeling van spelers en trainers, maar probeert hen ook naast het veld te beïnvloeden door middel van verschillende bijeenkomsten.

Sinds de start van het huidige seizoen zijn er al meerdere bijeenkomsten georganiseerd in de verschillende regio’s. De inhoud van de bijeenkomsten varieert van potentieherkenning bij jeugdspelers tot train-de-trainer-bijeenkomsten en demo-trainingen.

Train-de-trainer

Naast de Regiotrainingen waarin jeugdspelers direct worden beïnvloed, is er voor de jeugdtrainers ook een programma gekoppeld rondom deze trainingen: de train-de-trainer-bijeenkomsten. “In iedere regio geven we jeugdtrainers de gelegenheid om bij de Regiotrainingen mee te kijken met de coördinatoren van de desbetreffende Regio”, vertelt Matthijs Blijham, Hoofd Regioplan. “Na afloop van de training krijgen de trainers een toelichting over de visie van de Academie en de implementatie hiervan in de Regiotrainingen.” De gedachtegang hiervan is dat jeugdtrainers geïnspireerd raken, nieuwe ideeën opdoen en deze vervolgens kunnen toepassen in hun eigen trainingen bij de partnerclubs. “Daarom laten wij aan deze trainers ook graag zien wat onze daadwerkelijke werkwijze in de praktijk is. Op het veld krijgen ze de oefenvormen en coaching duidelijk mee, digitaal gaat dat vaak lastiger.”

Potentieherkenning

Matthijs Blijham: “Als Academie zijn wij volop in ontwikkeling om continu de beste keuzes te maken voor de samenstelling van teams. Dit willen wij ook overbrengen op de partnerclubs.” Om deze reden organiseert Koen Fleer, Hoofd Jeugdscouting binnen de Academie, in iedere regio de interactieve bijeenkomst potentieherkenning bij jeugdspelers. Koen Fleer: “Vaak zien we bij amateurverenigingen een terugkerend patroon waarbij de jeugdteams voor het nieuwe seizoen pas later in het seizoen worden samengesteld. Wij hopen doormiddel van deze bijeenkomsten het selectieproces van jeugdteams bij onze partnerclubs te kunnen bevorderen en optimaliseren.”

Demo-trainingen

De Academie heeft dit seizoen al meerdere demo-trainingen georganiseerd bij verschillende partnerclubs. Blijham: “Tijdens een demo-training organiseert en voert een Academie-trainer de training uit bij een jeugdelftal van een partnerclub. Zo heeft Herman Kamminga, trainer Onder 16, een aantal weken geleden een demo-training verzorgd bij de JO19-1 van CVV Sparta Enschede. Daarnaast hebben Thomas Tijhuis en Daan Jalving, respectievelijk trainer Onder 12 en Onder 14, afgelopen week de JO13-1 van RKSV NEO getraind.” De spelers en jeugdtrainers ontvangen hierbij ook uitleg over de oefenvormen en de visie die daarachter zit. “Op die manier beïnvloeden we spelers en trainers tegelijk.”

Feedback

“Na iedere bijeenkomst geven wij de partnerclubs de mogelijkheid om feedback te geven”, vertelt Blijham. “Het Regioplan is er namelijk niet alleen vanuit de Academie, we voeren het gezamenlijk uit met de partnerclubs.” Het Hoofd Regioplan vertelt dat de visie en mening van de partnerclubs een belangrijke rol speelt in de optimalisatie van het Regioplan. “Wij streven naar een perfecte balans waarin iedereen profijt haalt uit het Regioplan. Hierin merken we dat de partnerclubs het erg belangrijk vinden om ook hun mening te kunnen geven, aangezien de respons en betrokkenheid vaak erg hoog is. Dat juichen we alleen maar toe.”

Laagdrempelig

Een van de optimalisaties die voortvloeide uit feedback van de partnerclubs, was het laagdrempelig en toegankelijk houden voor de deelnemende verenigingen. Blijham: “Aanvankelijk vonden bijeenkomsten vaak plaats op een centrale locatie, bijvoorbeeld op Erve Asito of in De Grolsch Veste. Uiteindelijk is ervoor gekozen om het Regioplan als het ware naar de partnerclubs toe te brengen. De bijeenkomsten vinden nu niet meer plaats op centrale locaties, maar die organiseren we nu in de regio’s zelf. Zo houden we het voor de beleidsbepalers en jeugdtrainers, die vaak vrijwillig in dienst zijn, laagdrempelig.”