De Onder 15 van de FC Twente/Heracles Academie verbleef van 13 tot en met 18 januari in Saudi-Arabië, waar het deelnam aan de eerste editie van de Mahd International Cup. De Mahd Sports Academy heeft dit toernooi in het leven geroepen om jeugdige voetbaltalenten te ontwikkelen en de nieuwste ontwikkelingen van diverse academies en clubs wereldwijd in kaart te brengen.

De acht deelnemende teams werden verdeeld in twee groepen, die hun wedstrijden afwerkten in het King Abdullah Sports City in Jeddah. De Onder 15 van de gezamenlijke Academie zat in een poule met Kashiwa Reysol (Japan), Juventus FC en de organiserende voetbalacademie.

Coach Daan Jalving, die de afwezige Wouter Stronks verving, zag dat zijn ploeg vier nederlagen leed, maar was desondanks zeer tevreden over de ontwikkeling die de spelers tijdens dit toernooi hebben doorgemaakt. “Het niveau van het toernooi was behoorlijk hoog”, vertelt Jalving. “We speelden tegen de beste academies van Japan, Italië en Saudi-Arabië. Tegen hen hebben we verschillende speelstijlen gehanteerd, op diverse manieren verdedigd en in verschillende formaties gespeeld. De resultaten vielen weliswaar tegen, maar voor de ontwikkeling was het goed dat we met verschillende speelstijlen werden geconfronteerd. De spelers weten nu wat er op wereldniveau van ze wordt gevraagd en ze weten hoe hoog de lat ligt.”

Cultuuromslag

Naast het voetballende gedeelte hadden de spelers van de FC Twente/Heracles Academie ook te maken met andere omstandigheden en een cultuuromslag. Jalving daarover: “We gingen qua temperatuur van -4 naar +30 graden Celsius. De eerste twee dagen hadden we enigszins moeite om ons hierop aan te passen, maar na verloop van tijd raakten we er aan gewend. Saudi-Arabië is daarnaast een land waar andere normen en waarden heersen. Dit was een leerzame ervaring voor de spelers om van dichtbij mee te maken.”

Proces

Tijdens het toernooi werd er door de staf ook veel met de spelers gesproken. ‘We hebben verschillende teammeetings gehad om naar een hoger niveau te gaan’, vertelt Jalving. “Er was veel oog voor het proces op zich en in het vertoonde spel zat een stijgende lijn. Daar ben ik tevreden over, maar er is nog veel werk te doen.’